Bij de groep jonge mensen (vanaf 16 jaar) die een eerste psychose doormaken zijn de eerste onderzoeksresultaten veelbelovend (Nuechterlein e.a., 2008; Killackey e.a., 2007; Rinaldi e.a., 2008). In Nederland is de belangstelling groot. Deze jongeren zijn in behandeling bij vroege interventie teams (VIP-teams) of bij andere ambulante ggz-behandelteams. Jonge mensen staan open voor nieuwe ervaringen en voor het leren van nieuwe rollen en vaardigheden. In deze fase is de potentiële winst in termen van maatschappelijke carrière, beloop van symptomen en sociale inclusie groot (Killackey e.a., 2007).
Een internationale expertgroep ontwikkelt een modelgetrouwheidsmaat voor IPS Onderwijs
Ontwikkelingen
Flexibiliteit en uitbreiding
IPS wordt steeds gevoed door en aangepast op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. In Nederland wordt gekeken in hoeverre de methodiek – met de belangrijke directe verbinding van de arbeidsbegeleiding met het ggz-(behandel)team – kan worden aangepast aan de verdere ambulantisering en vaker voorkomende begeleiding vanuit netwerken in het sociale domein. Die ontwikkeling leidt tot uitbreiding van de samenwerking tussen de ggz en gemeenten. Die uitbreiding heeft inmiddels geleid tot inzet van IPS in ggz-teams van Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen. Daarnaast is er steeds meer vraag naar IPS voor andere doelgroepen dan mensen met ernstige psychische aandoeningen.
Kenniscentrum Phrenos gaat op korte termijn een herijking doen van de toelatingseisen zodat we inzicht kunnen krijgen voor welke doelgroepen en in welke settings we IPS verder kunnen gaan toepassen buiten de gespecialiseerde ggz en het beschermd wonen. Hierin zoeken we actief de aansluiting bij de ontwikkelingen uit de regionale samenwerkingsverbanden die plaatsvinden vanuit het project Hoofdzaak Werk vanuit het Convenant Sterk door Werk.
IPS bij meerdere doelgroepen
Oorspronkelijk is IPS ontwikkeld om mensen met ernstige psychische problemen te ondersteunen in het vinden en behouden van regulier betaald werk. Inmiddels is duidelijk dat niet alleen mensen met ernstige psychische problemen profijt hebben van IPS. Uit een recente meta-analyse van Lars de Winter et al. (2022a) dat IPS effectief is voor alle mensen met psychische problemen, ongeacht diagnose, zorgzwaarte, ernst van de klachten of niveau van functioneren. In Nederland en het buitenland wordt daarom ruim ingezet op implementatie en onderzoek van IPS voor andere doelgroepen dan mensen met ernstige psychische problemen. Hieronder zetten we een aantal doelgroepen op een rij.
Common mental disorders: In Nederland is recent een onderzoek afgerond over de implementatie van IPS voor mensen met ‘common mental disorders’ (CMD). Meer informatie is te vinden in het onderzoeksrapport van Lars de Winter et al (2022b). Op basis van dit onderzoek is landelijke subsidie beschikbaar gekomen om ook mensen met CMD te ondersteunen door middel van IPS.
Niet aangeboren hersenletsel: Daarnaast loopt er ook een pilotonderzoek over de implementatie van IPS bij niet aangeboren hersenletsel (NAH) vanuit Heliomare en Amsterdam UMC. Het doel is om de haalbaarheid en effecten van IPS bij NAH te evalueren en een implementatieplan voor bredere toepassing te ontwikkelen. Het project is in de zomer van 2024 afgerond. Lees er meer over via deze link.
IPS na kanker: Er loopt daarnaast ook een pilot over de toepassing van IPS bij mensen die werkloos of arbeidsongeschikt zijn geworden na diagnose en behandeling van kanker. Omdat bij deze doelgroep geen sprake is van voldoende integratie met behandeling kan voor deze doelgroep geen modelgetrouwe IPS worden geboden. Wel vindt er een pilotonderzoek plaats over hoe de basisprincipes van IPS kunnen worden gebruikt om deze doelgroep te begeleiden richting betaald werk. Hier kan je meer over lezen via deze link.
Tot slot zijn er in het buitenland veel voorbeelden te vinden van hoe IPS kan worden toegepast bij verschillende doelgroepen. Zo is er onderzoek gedaan naar IPS bij veteranen met post-traumatische stress (Davis et al., 2012; 2018), mensen met blijvend letsel aan de ruggengraat (Ottomanelli et al., 2012; 2014), mensen met een risico voor het ontwikkelen van psychische klachten (Sveinsdottir et al., 2020), verslavingsproblematiek (Lones et al., 2017) en de eerstelijnszorg (zie rapport Social Finance, UK).
Toevoegingen aan IPS-model
Mogelijk werkt IPS nog beter als het model wordt aangevuld met ondersteunende interventies (voor specifieke groepen of in het algemeen).
Uitdagingen
- IPS behalve voor cliënten van ggz-(behandel)teams, dus inclusief instellingen voor beschermd of begeleid wonen, ook beschikbaar maken voor cliënten van andere lokale zorgnetwerken (zoals de huisartsenzorg of sociale wijkteams).
- Problemen rond publiek stigma en zelfstigma aanpakken bij werk en opleiding.
- Meerwaarde bereiken door ervaringsdeskundigen te betrekken bij IPS-praktijken. Aan het IPS Employment Center in Lebanon, New Hampshire werkt sinds 2013 een learning collaborative hieraan.
- Meerwaarde bereiken door persoonlijke resource groups bij IPS-praktijken te betrekken. Een voorbeeld is het inschakelen van familie en naasten uit het netwerk van de cliënt bij het zoeken naar werk.
- Nader onderzoek naar effecten van toevoeging van ondersteunende elementen aan het model.
- Bouwen aan stabiele, structurele en adequate financiering van IPS.
- Evidentie voor de werkzaamheid van IPS in Nederland verzamelen door IPS-praktijken en uitkomsten landelijk te monitoren.
IPS bij vroege psychose
IPS Onderwijs
Voor jongeren met een eerste psychose kan IPS niet alleen ondersteuning op het gebied van werk inhouden, maar afhankelijk van de leeftijd en opleidingsniveau van een deelnemer, ook begeleiding bij het kiezen en volgen van een opleiding.